Vanochtend verlieten we de jachthaven van Vlieland om 07:45
uur, waar het inmiddels volgepakt was met jachten. De wind was ZO-3 en tegen,
zodat we de motor moesten bijzetten om nog tijdig thuis te komen, want de
afstand naar onze thuishaven, de Blocq van Kuffeler, vanaf Vlieland bedraagt 63
Nm. We kwamen de veerboot van Vlieland en vele vissersboten tegen en om 10:00
uur passeerden we Harlingen. Om 11:00 uur voeren we Kornwerderzand binnen, waar
de brug van de afsluitdijk al direct openging en wij zo in de geopende
Lorentzsluizen konden varen. Wat een meevaller. Ook op het IJsselmeer was er
geen wind en op de motor arriveerden we om 14:50 uur bij de sluizen van
Enkhuizen en ook die stonden al open, zodat we om 15:00 uur alweer op de
Markerwaard waren voor de laatste 18 Nm. Om 17:45 uur meerden we af in onze
jachthaven, waar onze buurman net met zijn jacht net vertrok voor een reis naar
de oostkust van Zweden. Het was erg warm en geen wind. Weer eens wat anders dan
de kou die we onderweg en vooral in het begin hebben gehad. Helaas is deze vakantie
ook weer aan zijn eind, maar we hebben een mooie tocht gemaakt al was het weer
deze zomer niet al te best. We hebben 17 mooie zonnige, 17 redelijke en 9
slechte dagen met veel regen en wind gehad. Bijzonder was dat we vanuit
Vlieland met mooi weer “non stop” door de Duitse Bocht naar Thyborøn aan het
begin van het Limfjord konden varen, want daarna hadden we alleen maar dagen
met meer dan windkracht 6 en werd het zeer koud. Ook stond de windrichting
meestal verkeerd, zodat we weinig hebben kunnen zeilen. Het aantal motoruren
bedroeg 121 en het aantal zeiluren 44. De totale afstand
was op de GPS-plotter 972 Nm, maar in werkelijkheid hebben we 1030 Nm over het
water gevaren. Meer stroom tegen dan mee. Het Limfjord vonden we mooi, maar is
niet echt spectaculair. Het lijkt enigszins op Friesland, maar dan heuvelachtig, uitgestrekt en veel rustiger. Opvallend is dat het noorden van
Denemarken niet echt op buitenlandse toeristen is ingesteld. Vele musea en
andere bezienswaardigheden waren niet open of alleen in het weekend en alle
informatie is bijna alleen in het Deens gesteld. Dit neemt niet weg dat het
Limfjord een fantastisch vaargebied is met vele eilanden en een prachtige
natuur heeft. Het weer blijft echter wel elke keer het probleem, want bij mooi
weer is Denemarken een eldorado voor de watersporters, maar bij langdurig
slecht weer vraag je je soms wel eens af, wat je daar eigenlijk te zoeken hebt.
Gelukkig hadden we meer goede dan slechte dagen en hebben we ons geplande tocht
helemaal kunnen afmaken. Volgend jaar echter gaan we na drie jaar Denemarken mogelijk
weer eens afzakken naar het zuiden. Tot volgend jaar hebben we de tijd om een
plan hiervoor te maken.
woensdag 4 juli 2012
dinsdag 3 juli 2012
Van Cuxhaven naar Vlieland
We verlieten, maandag 2 juli om elf uur, de jachthaven, één uur voor hoogwater Cuxhaven en hadden we nog een paar uur de stroom tegen. De afstand van Cuxhaven naar Vlieland bedraagt 150 Nm. Met een ZW-3/4 en een NW-koers zeilden we de Elbe af. We maakten flinke vorderingen, toen ook het tij met de Elbestroom ging meelopen. Twee jachten gingen met ons mee, een Zweed en een Duitser. Even later kwam het museumschip de ELBE 3 ons tegemoet, een zusterschip van de ELBE 1, die we de vorige dag hebben bezichtigd. Om 17:00 uur passeerden we de Rede van de rivier de Jade, waar diverse vrachtschepen lagen te wachten, waarschijnlijk voor toestemming om naar Bremen te varen. Vanuit de Jade kwam er een sleepboot met een sleep onze richting uit en voer steeds dichter naar ons toe, zodat we maar even via de marifoon vroegen wat zijn plannen waren. En dat plan was de koers doorzetten, die hij had, zodat we maar wijselijk besloten onze koers te wijzigen en achter hem langs te varen. Om 23:00 uur werd het donker, even nadat we het eiland
Norderney hadden gepasseerd, waar de Zweed, die voor ons voer, kennelijk naar binnen ging voor een overnachting. De wind was inmiddels al weggevallen en hadden we onze motor bijgezet, zodat we op motor en grootzeil verder voeren. Om 01:00 uur kwamen we in de buurt van Borkum, waar kennelijk een “construction area” was afgebakend, want we hoorden via de marifoon dat er vele jachten daar binnen voeren en die met dringend verzoek te verstaan werd gegeven om dat gebied direct te verlaten. Nadat wij de coördinaten van dat gebied hadden genoteerd, zagen we dat onze koers daar ook doorheen liep, zodat we snel onze koers meer naar het zuiden hebben gewijzigd. Om half twee bij dat gebied te zijn aangekomen, zagen we in het donker vele verlichte werkboten en diverse palen staan met verlichting er op. Kennelijk zijn de Duitsers weer bezig met een nieuw windmolenpark? Het was erg druk met scheepvaart bij de ingang/uitgangsgeul naar Borkum. Ook kwamen ons vele Nederlandse jachten tegemoet, die kennelijk ’s ochtends vroeg bij Vlieland waren vertrokken. De wind trok ook weer aan tot Z-4 met vlagen van 5 bft, zodat we met ruim 8 knopen op het log flinke vorderingen maakten. We klokten zelfs even een maximum van 9,1 knoop. Het was een prachtige zeiltocht in de bijna volle maan, waardoor we enig zicht hadden en onze Carina zich lekker voelde met de weinige golven vanwege de aflandige zuidenwind en als beloning met behoorlijke snelheid door het water kliefde. Helaas verdween de volle maan even later door de bewolking, waardoor het zicht afnam. Om vier uur ’s ochtends begon het weer licht te worden. De wind nam langzaam weer af naar Z-3 en zo kwamen we omstreeks tien uur in Vlieland aan, waar we opeens ook het fraaie Duitse klassieke jacht dat kennelijk nog achter ons zat ontwaarden en die doorvoer richting Texel. Ons rondje Limfjord is beëindigd. Morgen gaan we naar de Blocq van Kuffeler, onze thuishaven.
zondag 1 juli 2012
Bezichtiging lichtschip ELBE 1
Vandaag nog een verwaaidag, vanwege de ZW-6 buiten op zee, en besloten we het lichtschip de ELBE 1 te gaan bekijken, die in de oude haven naast de verenigingsjachthaven van de SVC te bezichtigen is. De "ELBE 1" is zo genoemd, vanwege de ligplaats, de aanloop van de Elbe. Haar echte naam is Bürgermeister O'Swald II. Op 27 Oktober 1936 kapseisde in een zware storm, orkaankracht 12, op dezelfde positie, het vorig lichtschip met dezelfde naam, Bürgermeister O'Swald, en zonk, waarbij alle 15 bemanningsleden waren omgekomen. Op 7 November 1948 kwam de ELBE 1 in dienst. Tot 22 April 1988 heeft de ELBE 1 als lichtschip dienst gedaan, deels onder zware weersomstandigheden. Na de ontmanteling werd het schip gekocht door de stad Cuxhaven en ligt het nu in de oude haven van Cuxhaven. Op bepaalde tijden, waaronder zondag, kan het schip bezichtigd worden. De accommodaties met de hutten, kombuis voor kapitein en bemanning, de indrukwekkende machinekamer en natuurlijk de brug waren bijzonder om te zien. Alle nautische en technische faciliteiten zijn nog in werkende staat en aangevuld in 2002 met moderne navigatie-apparatuur. Het schip is onderworpen aan het toezicht van Germanischer Lloyd en voldoet aan de veiligheid van de maritieme branche-organisatie. Hiermee verschilt het lichtschip de ELBE 1 met de meeste andere museumschepen. Het schip neemt deel aan maritieme evenementen elders en vaart ook vaak naar Helgoland heen en weer, waar een beperkt aantal passagiers tegen vergoeding van de kosten mogen meevaren. De officiersmess, een traditionele kamer, mag nu met toestemming van de Burgerlijke Stand van Cuxhaven als trouwzaal worden gebruikt. Op verzoek kan er ook vergaderruimte worden gereserveerd. Na dit interessante bezoek maakten we nog een wandeling langs de vuurtoren van Cuxhaven en de oude semafoor, die vroeger werd gebruikt voor het aangeven van de windkracht en windrichting. Daarna zijn we weer teruggegaan naar onze boot om alvast onze terugreis van morgen naar Vlieland voor te bereiden. 's Avonds meerde er aan de buitenkade van de jachthaven een oud vrachtschip af, de Cap San Diego, dat normaliter als museumboot in Hamburg te bezichtigen is, maar soms met betalende passagiers een trip maakt, die we natuurlijk graag even wilden bekijken en op de foto hebben gezet.
zaterdag 30 juni 2012
Fietsen in Cuxhaven
Vandaag besloten we om nog niet te vertrekken naar Vlieland.
De wind was ZW en zou in de loop van de nacht aantrekken naar ZW-5/6. Een
mogelijkheid was om vandaag naar het waddeneiland Norderney, een afstand vann
65 Nm vanaf Cuxhaven, te varen. Maar dan zouden we de volgende dag daar ook
verwaaid liggen, want morgen, zondag 1 juli, komt de wind nog steeds uit het
Zuidwesten met kracht 5-6 en dus volkomen tegen. Bovendien kunnen we vanuit
Norderney de volgende dag alleen met hoogwater om 11:00 uur pas weer vertrekken,
vanwege de ondieptes, en dan zouden we midden in de nacht in Vlieland aankomen.
Ook niet echt gewenst. Zodoende besloten we om in Cuxhaven te blijven en pas
maandag te vertrekken als de wind naar het zuiden draait met kracht 4-5 bft,
een prima windje voor een mooie zeiltocht. Tenminste als de voorspelling zo
blijft. Vandaag hebben we dan ook maar een fietstocht gemaakt langs de
noordkust van Cuxhaven, waar het vanwege de zaterdag erg druk was met badgasten
en weekendgangers. Het was mooi weer, warm en niet al te veel wind, Voor de
noordkust van Cuxhaven bevinden zich stranden met vele droogvallende platen,
waar het bij eb krioelden van de badgasten. Om het strand op te mogen, dien je
een kurkarte te hebben of drie Euro te betalen. Voor elke strandweg zit er
iemand in een strandstoel om de doorgang te bewaken. Na ongeveer 20 km langs de
noordkust te hebben gefietst, waar we op diverse plekken even konden uitrusten
op een bankje om van de natuur te genieten, gingen we via een mooi fietspad
door een bos en langs een paar kleine plaatsjes weer terug naar onze boot.
Onderweg kwamen we nog langs een futuristische Radio- en TV-mast, Funkturm genaamd. Weer
terug in de jachthaven van Cuxhaven, was het inmiddels weer druk met de
volgende lichting vakantiegangers. Morgen blijven we nog een dag en vertrekken
we maandag als de huidige weervoorspelling niet verslechtert.
vrijdag 29 juni 2012
Van Brunsbüttel naar Cuxhaven
Vanochtend was het even lastig om weg te komen, want we
lagen vier rijen dik gestapeld en de bemanning van de twee boten naast ons
waren kennelijk nog in slaap. Maar gelukkig kwam de havenmeester van
Brunsbüttel langs, die op elke boot klopsignalen gaf of liet geven door een medepassant, die al wel wakker was en aan dek zat, om zijn havengeld van € 10 te innen. Niet duur overigens vergeleken met de Nederlandse jachthavens. De echtgenote van de schipper naast ons kwam beduusd met haar hoofd de kajuit uit en zei: Ja, we
gaan zo weg! Waarop ik antwoordde dat dit nog niet de bedoeling was en de
havenmeester eerst zijn havengeld wilde hebben. Uiteindelijk vertrokken we om
9:00 uur richting de sluis van Brunsbüttel, waar we met een vrachtschip vol
schroot konden mee schutten. Om tien uur waren we door de sluis en voeren we de
Elbe af richting Cuxhaven. Helaas hadden we de weinige wind weer tegen en ook
de stroom was nog niet omgedraaid, zodat we met één knoop tegenstroom op de
motor naar Cuxhaven voeren. Het was druk op de Elbe met scheepvaart, met name
richting het Noordoostzeekanaal, waar voor de sluizen van Brunsbüttel een
wachtrij ontstond. Om 12:30 uur, de stroom hadden we inmiddels mee, spoelden we
met 8 knoop de jachthaven van Cuxhaven binnen, waar we eerst onze Carina weer
van de nodige brandstof hebben voorzien voor de overtocht naar Vlieland. Daarna
meerden we in één van de nog vele aanwezige vrije boxen af. Even later kwam een
Nederlands echtpaar binnen met het jacht Ouappe, een Dufour 365. We raakten met
elkaar aan de praat omdat we elkaar onderweg ook regelmatig in eerder havens
hadden gezien. Het blijkt dat zij ongeveer hetzelfde rondje hebben gevaren. Ook
van Vlieland in één keer naar Thyborøn, maar wel een week later. Zij haalden
ons bij Aalborg in, omdat zij maar vier vakantieweken hadden en niet in elke
havenplaats een dag konden blijven, zodat ze weinig hebben kunnen rondkijken.
Die luxe hadden wij gelukkig wel. Ook zij zijn op de terugweg en moeten nog
naar Brouwershaven, waar hun schip ligt. Zij wonen in Kralingen Rotterdam en
tot onze verbazing blijkt de vorige eigenaar van onze boot, die ook in
Kralingen woont, een goede kennis van hun te zijn. De wereld is weer klein. Na
enige boodschappen te hebben gedaan bij een BIO-supermarkt, want ander
supermarkten liggen ver weg van de jachthaven, kwamen we op de terugweg het
strandtreintje tegen, dat naar de Noordkust van Cuxhaven rijdt en weer op de
boot aangekomen, hebben we even de tijd om het weer te bekijken voor de komende
periode in verband met de overtocht naar Vlieland.
donderdag 28 juni 2012
Door het Noordoostzeekanaal
We vertrokken om 8:00 uur uit de jachthaven van Stickenhörn naar de sluis van Kiel/Holtenau, die als het ware om de hoek lag. Daar aangekomen bleek de Kleine Sluis voor de pleziervaart defect en werden we door de sluiswachter doorverwezen naar de Grote Sluis voor zeeschepen. Daarbij gaf de sluiswachter aan dat er een wachttijd van een uur zou zijn, omdat er nog zeeschepen vanuit het Noordoostzeekanaal uit de sluis, maar ook drie vrachtvaarders vanuit de Kielerbocht er eerst in moesten. Uiteindelijk werd het dus twee uur voordat we de Grote Sluis in konden varen. Inmiddels waren er meerdere jachten bijgekomen. Het aanmeren in deze sluizen is geen pretje, vanwege de houten vlotten langs de sluiswanden ter bescherming tegen beschadigingen door zeeschepen. Daarbij waren ze ook nog glad door aangroeisel, zodat het een glibberpartij werd bij het aanleggen. Ook de stootwillen hebben geen grip, omdat de houten vlotten nauwelijks boven het water uitsteken. Een gedoe dus. Maar uiteindelijk lagen we met de overige jachten en drie grote zeeschepen gezamenlijk in de Grote Sluis. Dan is het nog even haasten om de hoge sluiswand op te klimmen via een hoge roestige ijzeren trap om de bij de “sluiswachtershop” te kunnen betalen voor de doorvaart naar Brusbüttel. Na betaald te hebben en een doorvaartkaart te hebben gekregen, moest deze ook nog eerst weer op een andere locatie van de sluis worden afgestempeld - pünktlich und gründlich - maar uiteindelijk konden we de sluis uitvaren en zaten we op het Noordoostzeekanaal. Het was er erg druk met zeeschepen. Bij Rendsburg passeerden we weer het leuke en unieke kabelpontje. Halverwege moesten we zelfs wachten, op de oever aangegeven door drie rode knipperlichten, voor een enorm tegemoetkomend zeeschip uit China. Even later kwamen we langs een pilotstation, waar één van de loodsbootjes een loods aan boord van een vrachtschip bracht. Om 18:30 uur kwamen we in Brunsbüttel aan, waar het in de kleine haven al vol lag met diverse jachten en wij naast een Nederlands jacht konden afmeren, die vanuit Den helder non stop naar Brunsbüttel was gevaren en daarbij nogal een vervelende hoge zeegang hadden meegemaakt, vanwege harde wind van de vorige dagen. Even later kwam de volgende sluislichting vanaf de Elbe binnen, zodat de haven vol gebouwd werd en wij in vier rijen dik gestapeld lagen. Morgenochtend gaan we door de sluis van Brunsbüttel en met de stroom mee de Elbe af naar Cuxhaven.
woensdag 27 juni 2012
Op weg naar Kiel/Holtenau
Vanochtend verlieten we om 8:15 uur de jachthaven van Assens, ons laatste verblijf in Denemarken, op weg naar Kiel/Holtenau, een afstand van ca. 60 Nm. Geen zon, maar eindelijk wel een goede wind. W-4/5, zodat we met half tot ruime wind richting Kiel konden zeilen. Met een snelheid van 7-8 knopen schoten we lekker op. We haalden zelfs even een maximum van 9,2 knoop. Omstreeks 11:00 uur vernamen we op kanaal 16 van onze marifoon een oproep van een Duits oorlogsschip, genaamd Lachs, dat over 10 minuten een mijn tot ontploffing wilde brengen in het Duitse oefengebied “Schönhagen”, met het dringende verzoek om minimaal 2 Nm afstand te houden van dit gebied. Het oefengebied “Schönhagen” ligt voor de Duitse plaats Damp. Kennelijk bevond zich in dat gebied een Deens jacht, dat herhaaldelijk door Lachs werd opgeroepen om zich te melden. De Deen liet echter niets van zich horen, maar we nemen niet aan dat Lachs het jacht heeft opgeblazen. Een paar uur later kwam er weer een melding voor een volgende mijnontploffing. Uit voorzorg hadden wij onze koers al van te voren enigszins verlegd, maar toen wij het oefengebied naderden, kwam de melding van Lachs, dat het de laatste oefening betrof en het gebied vrij werd verklaard. De eerstvolgende ontploffing zou weer morgenvroeg zijn en zo konden we onze koers weer bijstellen richting Kiel. De wind zakte na 14:00 uur af naar 3 bft, zodat we nog met 6 knopen naar Kiel zeilden. Om 15:30 uur kwamen we bij de Kieler Bocht aan, waar we even voor het groene aanloopbaken werden ingehaald door een oorlogsschip, dat we toen maar even op de foto hebben gezet. Maar of het Lachs was, dat konden we niet achterhalen. Om 17:15 uur meerden we af in een mooie box van de zeer grote jachthaven van Stickenhörn. We zouden eerst naar de jachthaven van Laboe gaan, maar de jachthaven Stickenhörn ligt vlakbij de ingang van de sluis Kiel/Holtenau, waar
we morgen doorheen schutten voor de tocht door het Noordoostzeekanaal ook wel
Kielerkanaal genoemd. Gezien het feit dat het tij op de rivier de Elbe pas ’s
ochtends of ’s avonds laat in de goede richting loopt naar Cuxhaven, zullen wij
een stop maken in de buurt van Brunsbüttel.
dinsdag 26 juni 2012
In de voetsporen van H.C.Andersen
Vandaag gingen we om 10:00 uur met de bus naar Odense
(uitspraak in het Deens: Oedens) om het leven van de zeer bekende
sprookjesschrijver Hans Christian Andersen in werkelijkheid opnieuw te beleven,
want wie is er niet mee groot geworden. We kwamen om kwart over elf in Odense
aan, in grootte de derde stad van Denemarken, waar we de historische voetsporen
van het leven van Hans Christian Andersen gingen volgen middels een speciaal
hiervoor gemaakte wandelkaart. We begonnen bij H.C. Andersen Hus, waar hij was
geboren en dat nu als museum is ingericht. Zijn vader was schoenmaker en overleed toen Hans Christian 11 jaar oud was. In zijn vroege jeugd speelde hij graag met zijn poppenkast. Hij wilde graag acteur worden, maar werd niet aangenomen bij de koninklijke theaterschool in 1819 in Kopenhagen. Zijn opleiding kreeg hij aan een
school voor armen, totdat hij op 17-jarige leeftijd via vrienden een beurs
kreeg voor een goede school. Op deze laatste school werd hij veel gepest door
leraren en leerlingen. Andersen stond bekend als een verlegen en stil persoon,
niet goed in de omgang met anderen. Daarom wordt gezegd dat "Het lelijke eendje" een autobiografisch sprookje is; hierin wordt een lelijk eendje een mooie zwaan, zo ook in het echte leven van Andersen: de 'zwakkeling' wordt een beroemd schrijver. Via de route kwamen we langs de vele plekken, die een belangrijke rol hebben gespeeld in het leven van Andersen, waaronder een wasplaats, waar zijn moeder, die wasvrouw was, de was deed. De gevangenis, waar zijn grootmoeder met een veroordeelde was getrouwd. Het oude gele vakwerkhuisje, waar Andersen zijn jeugd vanaf zijn tweede jaar heeft doorgebracht en die we voor 30 kronen konden bezichtigen, de Sankt Knuds
Kirke, waarin zijn ouders in de echt zijn verbonden in 1805. Het Odense Ràdhus,
waar zijn grootmoeder op water en brood werd gezet, vanwege de geboorte van
drie kinderen uit buitenechtelijke relaties. Het Odense Slot van koning
Christian VIII, waar de moeder van Andersen soms werkte als wasvrouw. De Sankt
Hans Kirke, waar Andersen was gedoopt in 1805. Het park, waarin het standbeeld
van Andersen staat. Na de gehele route te hebben gelopen, kwamen we omstreeks
half twee weer bij het beginpunt het H.C. Andersen Hus, een fraai en uitgebreid
ingericht museum, dat we als laatste hebben bezocht en waarin het gehele leven
van Andersen werd belicht: Arme jeugd, kunstenaarsdromen, artistieke
opleiding in Kopenhagen, zijn vele reizen, internationale erkenning als
schrijver – die hij indertijd in eigen land niet kreeg – en zijn laatste
levensdagen, die hij in Nyhavn doorbracht. Andersen is nooit getrouwd geweest.
Na het museum te hebben bezichtigd, namen we om vier uur weer de bus terug naar Assens, waar we om vijf uur aankwamen. Dit was onze laatste bezoek aan Denemarken, want morgen gaan we naar Laboe, gelegen in de Kielerbocht en zijn we alweer vlakbij het Kielerkanaal. Onze thuisreis gaat morgen beginnen.
maandag 25 juni 2012
Herfstweer in Assens
Gisteravond toch maar besloten om de motor van de
Stuurautomaat er uit te halen om deze te inspecteren, want 150 Nm met de hand
sturen van Cuxhaven naar Vlieland is geen pretje. Dat was een heel gedoe, omdat
de motor op een moeilijke plaats onder de kuip en bij de roeras is ingebouwd.
Na een uur lag de motor op de tafel in de kajuit en bij demontage bleek dat een
koolborstel vanwege slijtagevuil volkomen vastzat en geen contact meer maakte
met de commutator van de elektromotor. Gelukkig waren de koolborstels niet
versleten, want vervangende exemplaren zijn niet zo maar voor handen, die moet
je bestellen. Na de commutator en de koolborstelhouders te hebben schoon
gemaakt met contactspray, is alles weer in elkaar gezet. Het weer inbouwen was
nog lastiger en lukte niet meer gisteravond. Na vanochtend twee uur zwoegen, zat
de stuurautomaat weer op zijn plek en werkte als een zonnetje, die verder in
Assens niet te vinden was. Slagregens en harde wind vulden elkaar aan. De
herfst is al aangebroken. Om 11:30 uur gingen we de plaats Assens bekijken,
ongeveer een kilometer van de jachthaven verwijderd. Assens heeft tegenwoordig ca. 6000
inwoner en is tijdens de Deense burgeroorlog in 1535 tot op de grond
verwoest. Later tijdens de oorlog tegen Zweden in 1658 is de stad zwaar
beschadigd, toen het Zweedse leger het bevroren water overstak en Assens
aanviel. Er zijn nog enige typische Deense kleurrijke vakwerkhuizen met fraaie
binnenhofjes van de 18de en
19de eeuw, die we dan ook maar allemaal hebben bekeken. We wilden
ook het museum Willemoesgården bezoeken, maar dat was op maandag gesloten,
zodat we toen de Vor Frue Kirke maar zijn gaan bekijken, die wel open was en het
oudste gedeelte dateert van 1600. Peter Willemoes, in 1783 geboren in Assens, is
de Michiel de Ruyter van Denemarken en vocht in 1801 tegen de Engelsen onder
aanvoering van admiraal Nelson. In 1808 kwam er een eind aan zijn leven toen
hij met een Fregat op weg was van Noorwegen naar de Kleine Belt. Ze kwamen toen
een Britse Marineeenheid tegen, die het schip tot zinken bracht. Op de haven
staat een standbeeld van Peter Willemoes. Daarna zijn we naar Miniby gelopen,
een soort klein Madurodam, maar dan bestaande uit oude huisjes van Assens uit
vroegere tijden. Assens was ooit ook een belangrijke veerhaven tussen Fünen en
Jutland, maar had als veerhaven geen betekenis meer na de komst van de brug
over de Kleine Belt. Morgen willen we met de bus Odense gaan bezoeken, waar de
sprookjesschrijver Christian Andersen is geboren.
zondag 24 juni 2012
In de regen naar Assens
Toen we opstonden, regende het al pijpenstelen, zoals voorspeld. Het zou de hele dag ook niet ophouden en de weerkaarten gaven zelfs aan dat het steeds heviger zou worden. Wat een zomer! Het regenfront afwachten had geen zin en dus verlieten we de jachthaven van Fredericia om kwart over negen. De wind was – hoe kan het ook anders - tegen met Z-4/5 en soms vlagen van 6 bft. Onzinnig om daar tegenin te zeilen en dus hadden we de motor maar weer het werk laten doen. Gezien de afstand van Fredericia naar Assens van 23 Nm, zouden we daar ongeveer 4 uur over doen. Met de regen, wind en windstroom tegen koersten we op de motor richting de imposante brug van de Kleine Belt. De stuurautomaat had er evenwel ook geen zin meer in, want die was er van het begin af aan maar meteen mee opgehouden. Hetzelfde euvel als drie dagen ervoor. Gewapend in onze Mustopakken moesten we het hele traject ouderwets zelf sturen. Onderaan de brug zagen we nog een leuk geel huisje staan met fraai uitzicht op de Kleine Belt. Na de Kleine Belt doorgevaren te hebben en in ruimer water aangkomen, werden de wind en regen heftiger en kreeg onze Carina veel buiswater over zich heen. Ongeveer 7 Nm voor Assens naderden we het eilandje Bågö, dat we twee jaar geleden hebben bezocht. Om het eilandje te kunnen passeren, moesten we de koers meer naar het oosten verleggen, zodat we even konden zeilen. Dat traject duurde helaas maar een half uur en om niet de ondieptes op te gaan, hebben we voor het laatste traject van 4 Nm de motor weer bijgezet en koersten we wederom tegen wind en regen direct naar Assens, waar we om kwart voor twee aankwamen en het log 27,5 Nm aangaf. Door de windstroom van 1 knoop tegen hebben we 4,5 Nm meer gevaren. In Assens meerden we af in de eerste de beste box, die we tegenkwamen met een mooi uitzicht op de scheepswerf van Assens. Het bleef plensen en dus hadden we mooi even de tijd om het stuurautomaatprobleem weer eens nader te bekijken. En er was ook gratis internet in de jachthaven, zodat we bij de website van Raymarine het een en ander konden opzoeken. Na de Raymarine FAQ Knowledge Base te hebben doorgelopen, lijkt het er op dat de motorunit, die op een moeilijk bereikbare plek is ingebouwd, het probleem is. Waarschijnlijk vuile of versleten koolborstels. Niet zo mooi, want als we de Duitse Bocht weer dag en nacht door moeten varen, is zo een stuurautomaat toch wel onontbeerlijk. Maar even afwachten of we dit kunnen oplossen en hoe dit verder verloopt. Morgen willen we in ieder geval Assens gaan bekijken.
zaterdag 23 juni 2012
Stadswallen van Fredericia
Om half elf gingen we ’s ochtends gewapend met een
opvouwbare paraplu te voet naar het oude centrum van Fredericia, dat ruim 2 km
van de jachthaven verwijderd ligt. De paraplu was niet overbodig, want een paar
minuten later begon het te regenen. In het oude gedeelte van Fredericia
aangekomen, kwamen we een oude witte kerk uit het jaar 1828 tegen, die we graag
wilden bekijken. Maar binnen voor het altaar was een overledene in een kist
opgebaard, zodat we snel weer de kerk uitgingen. Na eerst enige informatie bij
het Toeristenbureau te hebben ingewonnen, liepen we naar de oude witte
watertoren, die op de verdedigingswallen van Fredericia was gebouwd. De
stadswallen, die in 1650 zijn gebouwd, waren de grootste en sterkste van die
tijd. Ze hebben driemaal een actieve rol gespeeld ter verdediging van
Denemarken. De watertoren was in 1909 gebouwd ter vervanging van een “heuvel
reservoir” uit 1889. Voor 15 Deense kronen konden we de watertoren, die geen
functie meer heeft, bezichtigen en na 81 treden hadden we boven een fantastisch
uitzicht, ware het niet dat op dat moment de regen hevig toenam, zodat we snel
weer het trapportaal binnen doken en maar even hebben gewacht. Tien minuten
later was de regen voor even gestopt en hadden we een fraai uitzicht over het
stadje Fredericia met haar stadswallen en de Kleine Belt. Weer beneden
aangekomen, begon het opnieuw te plensen en tijdens een windvlaag veranderde
onze opvouwbare paraplu in een geimplodeerde raket. Gelukkig was in het oude
centrum een leuk winkeltje te vinden, waar we snel een nieuw en steviger exemplaar
hebben gekocht. Daarna vervolgden we onze tocht langs de stadswallen en kwamen
we langs het bunkermuseum, waar we voor 10 kronen de bunker konden bezichtigen.
Er waren 2 grote koepels binnen, die in de WO-2 werden gebruikt als
schuilkelders voor de vele Duitse bommenwerpers. Binnenin waren originele
documentaires en vele attributen te zien, die tijdens de WO-2 waren gebruikt. Toen
we de bunkers verlieten, klaarde het ineens op, de zon begon zelfs weer te
schijnen en liepen we verder de stadwallen af richting de haven aan de Kleine
Belt. Vlakbij het einde van de stadwal stond een kruitmagazijn, dat helaas
dicht was en we dus niet konden bekijken. Inmiddels was het alweer half vier in
de middag en na wat boodschappen liepen we weer terug naar de jachthaven waar
we om vijf uur aankwamen. Morgen zou er ook weer veel regen zijn volgens de
weerkaarten. Geen goede zomer tot nu toe. Morgen willen we naar Assens, gelegen
aan het eiland Fünen en onze laatste plaats in Denemarken.
vrijdag 22 juni 2012
Naar Fredericia
Vanochtend werden we wakker van het gekletter van de regen
op het kajuitdak. Met bakken kwam het naar beneden. Zuidoostenwind, dan is het
meestal raak. Er stond ook een vrij krachtige wind, zodat we maar besloten even
af te wachten hoe het weer verder zou verlopen. Een regenbuitje is niet zo erg,
maar voortdurende slagregen is niet prettig. De voorspellingen van de
weerkaarten gaven niet veel goeds. Pas tegen 17:00 uur zou het opklaren.
Denemarken is mooi, maar het weer kan verkeren. Daar tegenover staat dat het in
de zomer overdag langer licht is en met mooi weer je er tot ’s avonds laat plezier
van hebt. De Denen gaan als het even kan dan ook buiten barbecuen op de vele
aanwezige publieke barbecues. Het begint pas donker te worden om 23:30 uur en
weer licht om ca. 3:00 uur. Bij helder weer is het ’s nachts zelfs nauwelijks donker
en is er een lichtstreep van de zon achter de aarde aan de horizon zichtbaar in
het noorden. Fredericia heeft ca. 40.000 inwoners en ligt aan de Kleine Belt in
Jutland tegenover het eiland Fünen. De stad dateert van 1650 en schijnt één van
de best bewaarde stadswallen van Noord-Europa te hebben, die wij uiteraard
graag willen bezichtigen. De naam Fredericia dankt de stad aan koning Frederik
III, die de stadswallen in 1650 liet bouwen en waardoor de plaats ook
stadsrechten kreeg. Om 11:00 uur werd de regen iets minder en besloten we om te
vertrekken. De afstand vanuit Tunø naar Fredericia bedraagt 36 Nm. De koers die
we moesten varen was tegen de wind en regen in, zodat we besloten de zeilen niet te hijsen en de motor het werk maar te laten doen. Even later begon het ook
weer stevig te regenen. De lucht was loodgrijs en geen opklaring te zien.
Achter de buiskap zaten we echter droog en de stuurautomaat volgde trouw zijn
opgegeven koers. Om 12:30 uur begon het lichter te worden en even na één uur
kwam zelfs weer de zon te voorschijn. De wind viel helemaal weg. Het
regenfront was voorbij getrokken en het klaarde eerder dan voorspeld helemaal
op. Via de marifoon kwam opeens een Distress Call binnen, een Mayday Relay van
Lingby Radio, het kuststation van Denemarken. Een Mayday Relay is een
heruitzending van een eerdere Mayday. Kennelijk was er een boot in nood. Maar
de ontvangst was zo slecht en onverstaanbaar dat dit schip in nood kennelijk ver
van ons verwijderd was. Mogelijk zelfs in de Duitse Bocht. Even later zagen we
een bruinvis ca. 100 meter achter onze boot zwemmen, die telkens even met zijn
rugvin boven water kwam. Om 17:00 uur moesten we vlak voor de Kleine Belt brug,
waar een fraaie vuurtoren staat, even wachten op groot vrachtschip, dat
ons opliep en even daarna de industriehaven van Fredericia indraaide. Daarna
konden we de Kleine Belt oversteken en kwamen we om 17:15 uur in de jachthaven
van Fredericia aan, waar onze Carina zich in een box met weer te smalle palen moest
wringen. Morgen gaan we Fredericia bekijken.
Abonneren op:
Posts (Atom)