Vandaag besloten we om nog niet te vertrekken naar Vlieland.
De wind was ZW en zou in de loop van de nacht aantrekken naar ZW-5/6. Een
mogelijkheid was om vandaag naar het waddeneiland Norderney, een afstand vann
65 Nm vanaf Cuxhaven, te varen. Maar dan zouden we de volgende dag daar ook
verwaaid liggen, want morgen, zondag 1 juli, komt de wind nog steeds uit het
Zuidwesten met kracht 5-6 en dus volkomen tegen. Bovendien kunnen we vanuit
Norderney de volgende dag alleen met hoogwater om 11:00 uur pas weer vertrekken,
vanwege de ondieptes, en dan zouden we midden in de nacht in Vlieland aankomen.
Ook niet echt gewenst. Zodoende besloten we om in Cuxhaven te blijven en pas
maandag te vertrekken als de wind naar het zuiden draait met kracht 4-5 bft,
een prima windje voor een mooie zeiltocht. Tenminste als de voorspelling zo
blijft. Vandaag hebben we dan ook maar een fietstocht gemaakt langs de
noordkust van Cuxhaven, waar het vanwege de zaterdag erg druk was met badgasten
en weekendgangers. Het was mooi weer, warm en niet al te veel wind, Voor de
noordkust van Cuxhaven bevinden zich stranden met vele droogvallende platen,
waar het bij eb krioelden van de badgasten. Om het strand op te mogen, dien je
een kurkarte te hebben of drie Euro te betalen. Voor elke strandweg zit er
iemand in een strandstoel om de doorgang te bewaken. Na ongeveer 20 km langs de
noordkust te hebben gefietst, waar we op diverse plekken even konden uitrusten
op een bankje om van de natuur te genieten, gingen we via een mooi fietspad
door een bos en langs een paar kleine plaatsjes weer terug naar onze boot.
Onderweg kwamen we nog langs een futuristische Radio- en TV-mast, Funkturm genaamd. Weer
terug in de jachthaven van Cuxhaven, was het inmiddels weer druk met de
volgende lichting vakantiegangers. Morgen blijven we nog een dag en vertrekken
we maandag als de huidige weervoorspelling niet verslechtert.
zaterdag 30 juni 2012
vrijdag 29 juni 2012
Van Brunsbüttel naar Cuxhaven
Vanochtend was het even lastig om weg te komen, want we
lagen vier rijen dik gestapeld en de bemanning van de twee boten naast ons
waren kennelijk nog in slaap. Maar gelukkig kwam de havenmeester van
Brunsbüttel langs, die op elke boot klopsignalen gaf of liet geven door een medepassant, die al wel wakker was en aan dek zat, om zijn havengeld van € 10 te innen. Niet duur overigens vergeleken met de Nederlandse jachthavens. De echtgenote van de schipper naast ons kwam beduusd met haar hoofd de kajuit uit en zei: Ja, we
gaan zo weg! Waarop ik antwoordde dat dit nog niet de bedoeling was en de
havenmeester eerst zijn havengeld wilde hebben. Uiteindelijk vertrokken we om
9:00 uur richting de sluis van Brunsbüttel, waar we met een vrachtschip vol
schroot konden mee schutten. Om tien uur waren we door de sluis en voeren we de
Elbe af richting Cuxhaven. Helaas hadden we de weinige wind weer tegen en ook
de stroom was nog niet omgedraaid, zodat we met één knoop tegenstroom op de
motor naar Cuxhaven voeren. Het was druk op de Elbe met scheepvaart, met name
richting het Noordoostzeekanaal, waar voor de sluizen van Brunsbüttel een
wachtrij ontstond. Om 12:30 uur, de stroom hadden we inmiddels mee, spoelden we
met 8 knoop de jachthaven van Cuxhaven binnen, waar we eerst onze Carina weer
van de nodige brandstof hebben voorzien voor de overtocht naar Vlieland. Daarna
meerden we in één van de nog vele aanwezige vrije boxen af. Even later kwam een
Nederlands echtpaar binnen met het jacht Ouappe, een Dufour 365. We raakten met
elkaar aan de praat omdat we elkaar onderweg ook regelmatig in eerder havens
hadden gezien. Het blijkt dat zij ongeveer hetzelfde rondje hebben gevaren. Ook
van Vlieland in één keer naar Thyborøn, maar wel een week later. Zij haalden
ons bij Aalborg in, omdat zij maar vier vakantieweken hadden en niet in elke
havenplaats een dag konden blijven, zodat ze weinig hebben kunnen rondkijken.
Die luxe hadden wij gelukkig wel. Ook zij zijn op de terugweg en moeten nog
naar Brouwershaven, waar hun schip ligt. Zij wonen in Kralingen Rotterdam en
tot onze verbazing blijkt de vorige eigenaar van onze boot, die ook in
Kralingen woont, een goede kennis van hun te zijn. De wereld is weer klein. Na
enige boodschappen te hebben gedaan bij een BIO-supermarkt, want ander
supermarkten liggen ver weg van de jachthaven, kwamen we op de terugweg het
strandtreintje tegen, dat naar de Noordkust van Cuxhaven rijdt en weer op de
boot aangekomen, hebben we even de tijd om het weer te bekijken voor de komende
periode in verband met de overtocht naar Vlieland.
donderdag 28 juni 2012
Door het Noordoostzeekanaal
We vertrokken om 8:00 uur uit de jachthaven van Stickenhörn naar de sluis van Kiel/Holtenau, die als het ware om de hoek lag. Daar aangekomen bleek de Kleine Sluis voor de pleziervaart defect en werden we door de sluiswachter doorverwezen naar de Grote Sluis voor zeeschepen. Daarbij gaf de sluiswachter aan dat er een wachttijd van een uur zou zijn, omdat er nog zeeschepen vanuit het Noordoostzeekanaal uit de sluis, maar ook drie vrachtvaarders vanuit de Kielerbocht er eerst in moesten. Uiteindelijk werd het dus twee uur voordat we de Grote Sluis in konden varen. Inmiddels waren er meerdere jachten bijgekomen. Het aanmeren in deze sluizen is geen pretje, vanwege de houten vlotten langs de sluiswanden ter bescherming tegen beschadigingen door zeeschepen. Daarbij waren ze ook nog glad door aangroeisel, zodat het een glibberpartij werd bij het aanleggen. Ook de stootwillen hebben geen grip, omdat de houten vlotten nauwelijks boven het water uitsteken. Een gedoe dus. Maar uiteindelijk lagen we met de overige jachten en drie grote zeeschepen gezamenlijk in de Grote Sluis. Dan is het nog even haasten om de hoge sluiswand op te klimmen via een hoge roestige ijzeren trap om de bij de “sluiswachtershop” te kunnen betalen voor de doorvaart naar Brusbüttel. Na betaald te hebben en een doorvaartkaart te hebben gekregen, moest deze ook nog eerst weer op een andere locatie van de sluis worden afgestempeld - pünktlich und gründlich - maar uiteindelijk konden we de sluis uitvaren en zaten we op het Noordoostzeekanaal. Het was er erg druk met zeeschepen. Bij Rendsburg passeerden we weer het leuke en unieke kabelpontje. Halverwege moesten we zelfs wachten, op de oever aangegeven door drie rode knipperlichten, voor een enorm tegemoetkomend zeeschip uit China. Even later kwamen we langs een pilotstation, waar één van de loodsbootjes een loods aan boord van een vrachtschip bracht. Om 18:30 uur kwamen we in Brunsbüttel aan, waar het in de kleine haven al vol lag met diverse jachten en wij naast een Nederlands jacht konden afmeren, die vanuit Den helder non stop naar Brunsbüttel was gevaren en daarbij nogal een vervelende hoge zeegang hadden meegemaakt, vanwege harde wind van de vorige dagen. Even later kwam de volgende sluislichting vanaf de Elbe binnen, zodat de haven vol gebouwd werd en wij in vier rijen dik gestapeld lagen. Morgenochtend gaan we door de sluis van Brunsbüttel en met de stroom mee de Elbe af naar Cuxhaven.
woensdag 27 juni 2012
Op weg naar Kiel/Holtenau
Vanochtend verlieten we om 8:15 uur de jachthaven van Assens, ons laatste verblijf in Denemarken, op weg naar Kiel/Holtenau, een afstand van ca. 60 Nm. Geen zon, maar eindelijk wel een goede wind. W-4/5, zodat we met half tot ruime wind richting Kiel konden zeilen. Met een snelheid van 7-8 knopen schoten we lekker op. We haalden zelfs even een maximum van 9,2 knoop. Omstreeks 11:00 uur vernamen we op kanaal 16 van onze marifoon een oproep van een Duits oorlogsschip, genaamd Lachs, dat over 10 minuten een mijn tot ontploffing wilde brengen in het Duitse oefengebied “Schönhagen”, met het dringende verzoek om minimaal 2 Nm afstand te houden van dit gebied. Het oefengebied “Schönhagen” ligt voor de Duitse plaats Damp. Kennelijk bevond zich in dat gebied een Deens jacht, dat herhaaldelijk door Lachs werd opgeroepen om zich te melden. De Deen liet echter niets van zich horen, maar we nemen niet aan dat Lachs het jacht heeft opgeblazen. Een paar uur later kwam er weer een melding voor een volgende mijnontploffing. Uit voorzorg hadden wij onze koers al van te voren enigszins verlegd, maar toen wij het oefengebied naderden, kwam de melding van Lachs, dat het de laatste oefening betrof en het gebied vrij werd verklaard. De eerstvolgende ontploffing zou weer morgenvroeg zijn en zo konden we onze koers weer bijstellen richting Kiel. De wind zakte na 14:00 uur af naar 3 bft, zodat we nog met 6 knopen naar Kiel zeilden. Om 15:30 uur kwamen we bij de Kieler Bocht aan, waar we even voor het groene aanloopbaken werden ingehaald door een oorlogsschip, dat we toen maar even op de foto hebben gezet. Maar of het Lachs was, dat konden we niet achterhalen. Om 17:15 uur meerden we af in een mooie box van de zeer grote jachthaven van Stickenhörn. We zouden eerst naar de jachthaven van Laboe gaan, maar de jachthaven Stickenhörn ligt vlakbij de ingang van de sluis Kiel/Holtenau, waar
we morgen doorheen schutten voor de tocht door het Noordoostzeekanaal ook wel
Kielerkanaal genoemd. Gezien het feit dat het tij op de rivier de Elbe pas ’s
ochtends of ’s avonds laat in de goede richting loopt naar Cuxhaven, zullen wij
een stop maken in de buurt van Brunsbüttel.
dinsdag 26 juni 2012
In de voetsporen van H.C.Andersen
Vandaag gingen we om 10:00 uur met de bus naar Odense
(uitspraak in het Deens: Oedens) om het leven van de zeer bekende
sprookjesschrijver Hans Christian Andersen in werkelijkheid opnieuw te beleven,
want wie is er niet mee groot geworden. We kwamen om kwart over elf in Odense
aan, in grootte de derde stad van Denemarken, waar we de historische voetsporen
van het leven van Hans Christian Andersen gingen volgen middels een speciaal
hiervoor gemaakte wandelkaart. We begonnen bij H.C. Andersen Hus, waar hij was
geboren en dat nu als museum is ingericht. Zijn vader was schoenmaker en overleed toen Hans Christian 11 jaar oud was. In zijn vroege jeugd speelde hij graag met zijn poppenkast. Hij wilde graag acteur worden, maar werd niet aangenomen bij de koninklijke theaterschool in 1819 in Kopenhagen. Zijn opleiding kreeg hij aan een
school voor armen, totdat hij op 17-jarige leeftijd via vrienden een beurs
kreeg voor een goede school. Op deze laatste school werd hij veel gepest door
leraren en leerlingen. Andersen stond bekend als een verlegen en stil persoon,
niet goed in de omgang met anderen. Daarom wordt gezegd dat "Het lelijke eendje" een autobiografisch sprookje is; hierin wordt een lelijk eendje een mooie zwaan, zo ook in het echte leven van Andersen: de 'zwakkeling' wordt een beroemd schrijver. Via de route kwamen we langs de vele plekken, die een belangrijke rol hebben gespeeld in het leven van Andersen, waaronder een wasplaats, waar zijn moeder, die wasvrouw was, de was deed. De gevangenis, waar zijn grootmoeder met een veroordeelde was getrouwd. Het oude gele vakwerkhuisje, waar Andersen zijn jeugd vanaf zijn tweede jaar heeft doorgebracht en die we voor 30 kronen konden bezichtigen, de Sankt Knuds
Kirke, waarin zijn ouders in de echt zijn verbonden in 1805. Het Odense Ràdhus,
waar zijn grootmoeder op water en brood werd gezet, vanwege de geboorte van
drie kinderen uit buitenechtelijke relaties. Het Odense Slot van koning
Christian VIII, waar de moeder van Andersen soms werkte als wasvrouw. De Sankt
Hans Kirke, waar Andersen was gedoopt in 1805. Het park, waarin het standbeeld
van Andersen staat. Na de gehele route te hebben gelopen, kwamen we omstreeks
half twee weer bij het beginpunt het H.C. Andersen Hus, een fraai en uitgebreid
ingericht museum, dat we als laatste hebben bezocht en waarin het gehele leven
van Andersen werd belicht: Arme jeugd, kunstenaarsdromen, artistieke
opleiding in Kopenhagen, zijn vele reizen, internationale erkenning als
schrijver – die hij indertijd in eigen land niet kreeg – en zijn laatste
levensdagen, die hij in Nyhavn doorbracht. Andersen is nooit getrouwd geweest.
Na het museum te hebben bezichtigd, namen we om vier uur weer de bus terug naar Assens, waar we om vijf uur aankwamen. Dit was onze laatste bezoek aan Denemarken, want morgen gaan we naar Laboe, gelegen in de Kielerbocht en zijn we alweer vlakbij het Kielerkanaal. Onze thuisreis gaat morgen beginnen.
maandag 25 juni 2012
Herfstweer in Assens
Gisteravond toch maar besloten om de motor van de
Stuurautomaat er uit te halen om deze te inspecteren, want 150 Nm met de hand
sturen van Cuxhaven naar Vlieland is geen pretje. Dat was een heel gedoe, omdat
de motor op een moeilijke plaats onder de kuip en bij de roeras is ingebouwd.
Na een uur lag de motor op de tafel in de kajuit en bij demontage bleek dat een
koolborstel vanwege slijtagevuil volkomen vastzat en geen contact meer maakte
met de commutator van de elektromotor. Gelukkig waren de koolborstels niet
versleten, want vervangende exemplaren zijn niet zo maar voor handen, die moet
je bestellen. Na de commutator en de koolborstelhouders te hebben schoon
gemaakt met contactspray, is alles weer in elkaar gezet. Het weer inbouwen was
nog lastiger en lukte niet meer gisteravond. Na vanochtend twee uur zwoegen, zat
de stuurautomaat weer op zijn plek en werkte als een zonnetje, die verder in
Assens niet te vinden was. Slagregens en harde wind vulden elkaar aan. De
herfst is al aangebroken. Om 11:30 uur gingen we de plaats Assens bekijken,
ongeveer een kilometer van de jachthaven verwijderd. Assens heeft tegenwoordig ca. 6000
inwoner en is tijdens de Deense burgeroorlog in 1535 tot op de grond
verwoest. Later tijdens de oorlog tegen Zweden in 1658 is de stad zwaar
beschadigd, toen het Zweedse leger het bevroren water overstak en Assens
aanviel. Er zijn nog enige typische Deense kleurrijke vakwerkhuizen met fraaie
binnenhofjes van de 18de en
19de eeuw, die we dan ook maar allemaal hebben bekeken. We wilden
ook het museum Willemoesgården bezoeken, maar dat was op maandag gesloten,
zodat we toen de Vor Frue Kirke maar zijn gaan bekijken, die wel open was en het
oudste gedeelte dateert van 1600. Peter Willemoes, in 1783 geboren in Assens, is
de Michiel de Ruyter van Denemarken en vocht in 1801 tegen de Engelsen onder
aanvoering van admiraal Nelson. In 1808 kwam er een eind aan zijn leven toen
hij met een Fregat op weg was van Noorwegen naar de Kleine Belt. Ze kwamen toen
een Britse Marineeenheid tegen, die het schip tot zinken bracht. Op de haven
staat een standbeeld van Peter Willemoes. Daarna zijn we naar Miniby gelopen,
een soort klein Madurodam, maar dan bestaande uit oude huisjes van Assens uit
vroegere tijden. Assens was ooit ook een belangrijke veerhaven tussen Fünen en
Jutland, maar had als veerhaven geen betekenis meer na de komst van de brug
over de Kleine Belt. Morgen willen we met de bus Odense gaan bezoeken, waar de
sprookjesschrijver Christian Andersen is geboren.
zondag 24 juni 2012
In de regen naar Assens
Toen we opstonden, regende het al pijpenstelen, zoals voorspeld. Het zou de hele dag ook niet ophouden en de weerkaarten gaven zelfs aan dat het steeds heviger zou worden. Wat een zomer! Het regenfront afwachten had geen zin en dus verlieten we de jachthaven van Fredericia om kwart over negen. De wind was – hoe kan het ook anders - tegen met Z-4/5 en soms vlagen van 6 bft. Onzinnig om daar tegenin te zeilen en dus hadden we de motor maar weer het werk laten doen. Gezien de afstand van Fredericia naar Assens van 23 Nm, zouden we daar ongeveer 4 uur over doen. Met de regen, wind en windstroom tegen koersten we op de motor richting de imposante brug van de Kleine Belt. De stuurautomaat had er evenwel ook geen zin meer in, want die was er van het begin af aan maar meteen mee opgehouden. Hetzelfde euvel als drie dagen ervoor. Gewapend in onze Mustopakken moesten we het hele traject ouderwets zelf sturen. Onderaan de brug zagen we nog een leuk geel huisje staan met fraai uitzicht op de Kleine Belt. Na de Kleine Belt doorgevaren te hebben en in ruimer water aangkomen, werden de wind en regen heftiger en kreeg onze Carina veel buiswater over zich heen. Ongeveer 7 Nm voor Assens naderden we het eilandje Bågö, dat we twee jaar geleden hebben bezocht. Om het eilandje te kunnen passeren, moesten we de koers meer naar het oosten verleggen, zodat we even konden zeilen. Dat traject duurde helaas maar een half uur en om niet de ondieptes op te gaan, hebben we voor het laatste traject van 4 Nm de motor weer bijgezet en koersten we wederom tegen wind en regen direct naar Assens, waar we om kwart voor twee aankwamen en het log 27,5 Nm aangaf. Door de windstroom van 1 knoop tegen hebben we 4,5 Nm meer gevaren. In Assens meerden we af in de eerste de beste box, die we tegenkwamen met een mooi uitzicht op de scheepswerf van Assens. Het bleef plensen en dus hadden we mooi even de tijd om het stuurautomaatprobleem weer eens nader te bekijken. En er was ook gratis internet in de jachthaven, zodat we bij de website van Raymarine het een en ander konden opzoeken. Na de Raymarine FAQ Knowledge Base te hebben doorgelopen, lijkt het er op dat de motorunit, die op een moeilijk bereikbare plek is ingebouwd, het probleem is. Waarschijnlijk vuile of versleten koolborstels. Niet zo mooi, want als we de Duitse Bocht weer dag en nacht door moeten varen, is zo een stuurautomaat toch wel onontbeerlijk. Maar even afwachten of we dit kunnen oplossen en hoe dit verder verloopt. Morgen willen we in ieder geval Assens gaan bekijken.
zaterdag 23 juni 2012
Stadswallen van Fredericia
Om half elf gingen we ’s ochtends gewapend met een
opvouwbare paraplu te voet naar het oude centrum van Fredericia, dat ruim 2 km
van de jachthaven verwijderd ligt. De paraplu was niet overbodig, want een paar
minuten later begon het te regenen. In het oude gedeelte van Fredericia
aangekomen, kwamen we een oude witte kerk uit het jaar 1828 tegen, die we graag
wilden bekijken. Maar binnen voor het altaar was een overledene in een kist
opgebaard, zodat we snel weer de kerk uitgingen. Na eerst enige informatie bij
het Toeristenbureau te hebben ingewonnen, liepen we naar de oude witte
watertoren, die op de verdedigingswallen van Fredericia was gebouwd. De
stadswallen, die in 1650 zijn gebouwd, waren de grootste en sterkste van die
tijd. Ze hebben driemaal een actieve rol gespeeld ter verdediging van
Denemarken. De watertoren was in 1909 gebouwd ter vervanging van een “heuvel
reservoir” uit 1889. Voor 15 Deense kronen konden we de watertoren, die geen
functie meer heeft, bezichtigen en na 81 treden hadden we boven een fantastisch
uitzicht, ware het niet dat op dat moment de regen hevig toenam, zodat we snel
weer het trapportaal binnen doken en maar even hebben gewacht. Tien minuten
later was de regen voor even gestopt en hadden we een fraai uitzicht over het
stadje Fredericia met haar stadswallen en de Kleine Belt. Weer beneden
aangekomen, begon het opnieuw te plensen en tijdens een windvlaag veranderde
onze opvouwbare paraplu in een geimplodeerde raket. Gelukkig was in het oude
centrum een leuk winkeltje te vinden, waar we snel een nieuw en steviger exemplaar
hebben gekocht. Daarna vervolgden we onze tocht langs de stadswallen en kwamen
we langs het bunkermuseum, waar we voor 10 kronen de bunker konden bezichtigen.
Er waren 2 grote koepels binnen, die in de WO-2 werden gebruikt als
schuilkelders voor de vele Duitse bommenwerpers. Binnenin waren originele
documentaires en vele attributen te zien, die tijdens de WO-2 waren gebruikt. Toen
we de bunkers verlieten, klaarde het ineens op, de zon begon zelfs weer te
schijnen en liepen we verder de stadwallen af richting de haven aan de Kleine
Belt. Vlakbij het einde van de stadwal stond een kruitmagazijn, dat helaas
dicht was en we dus niet konden bekijken. Inmiddels was het alweer half vier in
de middag en na wat boodschappen liepen we weer terug naar de jachthaven waar
we om vijf uur aankwamen. Morgen zou er ook weer veel regen zijn volgens de
weerkaarten. Geen goede zomer tot nu toe. Morgen willen we naar Assens, gelegen
aan het eiland Fünen en onze laatste plaats in Denemarken.
vrijdag 22 juni 2012
Naar Fredericia
Vanochtend werden we wakker van het gekletter van de regen
op het kajuitdak. Met bakken kwam het naar beneden. Zuidoostenwind, dan is het
meestal raak. Er stond ook een vrij krachtige wind, zodat we maar besloten even
af te wachten hoe het weer verder zou verlopen. Een regenbuitje is niet zo erg,
maar voortdurende slagregen is niet prettig. De voorspellingen van de
weerkaarten gaven niet veel goeds. Pas tegen 17:00 uur zou het opklaren.
Denemarken is mooi, maar het weer kan verkeren. Daar tegenover staat dat het in
de zomer overdag langer licht is en met mooi weer je er tot ’s avonds laat plezier
van hebt. De Denen gaan als het even kan dan ook buiten barbecuen op de vele
aanwezige publieke barbecues. Het begint pas donker te worden om 23:30 uur en
weer licht om ca. 3:00 uur. Bij helder weer is het ’s nachts zelfs nauwelijks donker
en is er een lichtstreep van de zon achter de aarde aan de horizon zichtbaar in
het noorden. Fredericia heeft ca. 40.000 inwoners en ligt aan de Kleine Belt in
Jutland tegenover het eiland Fünen. De stad dateert van 1650 en schijnt één van
de best bewaarde stadswallen van Noord-Europa te hebben, die wij uiteraard
graag willen bezichtigen. De naam Fredericia dankt de stad aan koning Frederik
III, die de stadswallen in 1650 liet bouwen en waardoor de plaats ook
stadsrechten kreeg. Om 11:00 uur werd de regen iets minder en besloten we om te
vertrekken. De afstand vanuit Tunø naar Fredericia bedraagt 36 Nm. De koers die
we moesten varen was tegen de wind en regen in, zodat we besloten de zeilen niet te hijsen en de motor het werk maar te laten doen. Even later begon het ook
weer stevig te regenen. De lucht was loodgrijs en geen opklaring te zien.
Achter de buiskap zaten we echter droog en de stuurautomaat volgde trouw zijn
opgegeven koers. Om 12:30 uur begon het lichter te worden en even na één uur
kwam zelfs weer de zon te voorschijn. De wind viel helemaal weg. Het
regenfront was voorbij getrokken en het klaarde eerder dan voorspeld helemaal
op. Via de marifoon kwam opeens een Distress Call binnen, een Mayday Relay van
Lingby Radio, het kuststation van Denemarken. Een Mayday Relay is een
heruitzending van een eerdere Mayday. Kennelijk was er een boot in nood. Maar
de ontvangst was zo slecht en onverstaanbaar dat dit schip in nood kennelijk ver
van ons verwijderd was. Mogelijk zelfs in de Duitse Bocht. Even later zagen we
een bruinvis ca. 100 meter achter onze boot zwemmen, die telkens even met zijn
rugvin boven water kwam. Om 17:00 uur moesten we vlak voor de Kleine Belt brug,
waar een fraaie vuurtoren staat, even wachten op groot vrachtschip, dat
ons opliep en even daarna de industriehaven van Fredericia indraaide. Daarna
konden we de Kleine Belt oversteken en kwamen we om 17:15 uur in de jachthaven
van Fredericia aan, waar onze Carina zich in een box met weer te smalle palen moest
wringen. Morgen gaan we Fredericia bekijken.
donderdag 21 juni 2012
Wandelen op Tunø
Vandaag weer een mooie dag. Zonnig en een matige wind uit het Noordoosten. Prima dag voor een wandeling rondom het eilandje Tunø dat grotendeels tot beschermd natuurgebied is verklaard. Tunø heeft een oppervlakte van 3,52 km2, ongeveer 120 inwoners, 60 huizen en 120 vakantiehuisjes. We begonnen na een uitgebreid ontbijt om half elf met onze wandeling aan de zuidoostzijde en met de klok mee. Langs de kust rondom het eiland is een speciaal gemaaid pad voor wandelaars gemaakt, zodat je het hele eiland met een omtrek van ca. 8 km goed kan belopen. Vanaf de zandkliffen, die op sommige gedeelten van het eiland behoorlijk steil en hoog waren, hadden we fantastisch uitzicht over de zee en Samsø, het eiland ten oosten van Tunø gelegen. Het hoogste punt van het eiland is ca. 24 meter. Om half één kwamen we bij de uiterste westpunt van Tunø aan, waar we konden uitrusten op een bankje en een fantastisch uitzicht hadden op Jutland. Opeens verschenen er twee trekkers met huifkarren, waarin zich Deense toeristen bevonden, die hier even kwamen rondkijken. Daarna hebben we de wandeling voortgezet langs de noordkust van het eiland, dat ook deels bebost is. Dit gebied is ook het broedgebied van de zwarte zeekoet, gemarkeerd door een Deens bord aan het kiezelstrand. Na ca. 6 km langs het kustpad te hebben gewandeld, sloegen we een bospad in wat uitkwam aan de westkant bij de Smedie van het dorpje Tunø By. De Smedie, een smidse van vroegere tijd, was nu opengesteld voor het publiek, zodat we weer even een kijkje binnen konden nemen. Het zag er nog net zo uit als een jaar geleden, toen we hier ook langs kwamen. Via het witte kerkje met de vuurtoren, zijn we weer terug naar de noordkust gelopen en hebben we onze wandeling rond het eilandje afgemaakt. Om 15:30 uur en na 10 km op ons gemak te hebben gewandeld kwamen we met veel fraaie indrukken van natuur en uitzicht weer terug op onze boot, waar even later een leuk oud Deens blauw veerbootje vanuit Samsø achter ons langs voer om toeristen op te halen vanuit Tunø, die weer terug naar de overkant moesten. Morgen zou het weer niet zo best zijn volgens de voorspellingen. Er zou weer een regenfront aankomen. Het plan is om morgen naar Fredericia te vertrekken, dat ca. 36 Nm van Tunø ligt.
woensdag 20 juni 2012
Naar het eilandje Tunø
Na gisteravond nog een mooie wandeling te hebben gemaakt
rond de haven en de kuststrook van Odden, vertrokken we vandaag om 8:15 uur
naar het eilandje Tunø, een afstand van 36 Nm. Het was stralend weer met helaas
wat weinig wind uit het Noordoosten. Het eerste uur konden we met halve wind
zeilen. Al gauw echter viel de stuurautomaat opeens uit met de melding “Drive
stopped”. Helaas was de inmiddels achterlijke wind te weinig om voortgang te
maken, zodat we de motor maar hebben bijgezet. Na drie uur bezig te zijn
geweest om te achterhalen wat het probleem was, vond de stuurautomaat het kennelijk
wel genoeg en hervatte zonder opgaaf van redenen vrolijk weer zijn koers. Mogelijk
dat twee dagen geleden door de hoosbuien bepaalde verbindingen in de bedrading
en buitenapparatuur door vocht niet goed contact maakten. Wel jammer, want we
hadden eigenlijk de Genaker willen opzetten, maar door dat gedoe met die
stuurautomaat kwam het er niet van. Onderweg kwamen we nog een vrachtschip en
de veerboot van Aarhus naar Odden tegen. Na het eiland Samsø te hebben gerond,
trok de wind weer wat aan en zeilden we de laatste 7 Nm naar Tunø, waar het
kleine haventje al aardig vol was gelopen met diverse jachten. We namen maar de
eerste vrije box vanaf het havenhoofd en werden bij het afmeren door een
aardige Deense passant geholpen, waar we naast kwamen te liggen. Niet veel
later kwam er ook nog een Nederlander met een Dufour 36 binnen. Na even
heerlijk in het zonnetje op de boot wat uitgerust en gedronken te hebben,
maakten we een kleine wandeling naar het dorpje, dat slechts uit enkele huizen
bestaat aan een schilerderachtig landweggetje. In het dorpje staat een klein
wit kerkje, waarvan de toren ook dienst deed als vuurtoren. Vorige jaar hadden
we het kerkje ook al bezocht, maar het is zo bijzonder dat we het graag weer
wilden bekijken. Het is niet helemaal bekend, wanneer het kerkje is gebouwd,
maar in het jaar 1216 bestond het al. Tot rond 1700 is het kerkje vele malen
verbouwd en in 1700 wilde men het helemaal afbreken, maar toen heeft het “Zeevaartambt”
het kerkje inclusief alle verplichtingen overgenomen. De toren werd met 31
meter verhoogd en vanaf 1801 ingericht als vuurtoren. Ook bijzonder is dat er
bijna in elke kerk in Denemarken een schip hangt. Het waarom is ons eigenlijk
niet bekend. Daarna zijn we verder door het dorpje gelopen, waar een aantal
leuke en sfeervolle vakwerkhuisjes staan. Ook is er een oude “Smedie”, een
smidse, waarvan we vorig jaar al een foto op onze website hadden gezet. Op de terugweg
naar de haven kwamen we langs een onbemand verkoopstalletje van een
eilandbewoner, die op deze wijze zijn waar wil verkopen en er op vertrouwt dat
een koper het geld in een geldkistje deponeert. Gelukkig dat er nog landen zijn
waar dit kan. In Nederland zou zowel de koopwaar als het geldkistje binnen de
kortste keren verdwijnen. Morgen gaan we een wandeling maken rond het eiland
dat slechts een omtrek heeft van ca. 8 km.
dinsdag 19 juni 2012
Fietsen op Odsherred (streek Odden)
We stonden op met een stralend zonnetje en rustig weer. De
barometer was in een etmaal weer 11 punten omhoog gegaan. Heel wat anders dan
de hectische avond ervoor met die vreemde trog en snel opgebouwde N-8, die een paar uur geduurd heeft en laat in de avond wat afnam. Merkwaardig en
verontrustend ook dat dit pas een paar uur van tevoren werd voorspeld. Je zal maar
net op zee zitten. Die ochtend was er namelijk nog geen sprake van. Ook vreemd
dat de stormachtige Noordenwind ineens voor ca. 7 minuten even afnam naar N-2
om daarna met volle hevigheid weer toe te nemen tot N-8. Kennelijk het oog van
de trog? Maar gelukkig vandaag mooi weer en tijd om de fietsen uit het berghok
van de Carina te halen. We vertrokken om 11:00 uur op onze bromptons, na eerst
het zout van de boot te hebben
afgespoeld, dat er gisteravond met bakken overheen kwam. Bij de haven fietsten
we al meteen langs een visrokerij, waar we dan ook maar gerookte zalm en haring
hebben gekocht, die we vervolgens weer eerst moesten terug brengen naar de
boot. Daarna zijn we via de noordwestelijke landtong naar het eindpunt Gniben
gefietst. Aan beide zijden van de landtong heb je een fraai uitzicht op het
water. Bij Gniben aangekomen, bleek het eindpunt militair terrein te zijn. We
naderden een open slagboom en twijfelde even of we er wel doorheen mochten. Op
dat moment kwam er net een militair voertuig het terrein af, waarvan de
bestuurder enthousiast aangaf dat we verder konden fietsen. Bij het eindpunt
gekomen, was er nog een wandelroute achter een omheining, maar die vanwege
militaire oefeningen helaas wel gesloten was.Na het prachtig uitzicht in Gniben
fietsten we door het fraaie landschap en uitzicht op zee. We kwamen onderweg in
een graanveld met klaprozen nog een molen tegen zonder wieken. We vervolgende
onze weg naar de veerhaven, waar net de veerboot aankwam, een snelle door
waterstraal aangedreven catamaran, die je ook in Het Kanaal veel ziet varen.
Daar na zijn we naar het plaatsje Overby gefietst, ongeveer 10 km van de
veerhaven af, waar een historisch rood kerkje staat. Helaas was er net een
begrafenisdienst aan de gang in de kerk, zodat we deze niet van binnen konden
bekijken. Het altaar stamt uit 1632. In de kerk hangt een model van het
linieschip Prinds Christian Frederik. Dit verging begin 19de eeuw in
de strijd tegen twee Engelse oorlogschepen tijdens de Napoleontische oorlogen.
Jammer dat we dit niet konden bekijken. We zijn hierna weer teruggefietst naar
de haven van Odden, Havnebyen genaamd, waar we na enige boodschappen weer terug
kwamen op onze boot en we nog heerlijk in de zon konden zitten met eindelijk
een prima temperatuur. De zomer lijkt begonnen. Inmiddels waren er al weer vele
jachten binnengekomen, waaronder twee Nederlanders en een Engelsman onder de
vele Duitsers en Denen. Morgen gaan we naar het eilandje Tunø, waar we vorig
jaar ook geweest zijn, maar vanwege tijdgebrek het niet goed hebben kunnen
bekijken. Maar het is een zeer mooi eilandje en de moeite van een bezoek waard,
zodat Tunø nog steeds op ons lijstje stond.
maandag 18 juni 2012
Barre tocht naar Odden
Gisteravond nog even naar de boeiende wedstrijd Denemarken
tegen Duitsland gekeken, die via een Deense TV-zender op de laptop te zien was.
Dat bespaarde ons in ieder geval het kijken naar de afgang van het Nederlands
elftal tegen Portugal. Het is met de overbetaalde Nederlandse voetballers
eigenlijk hetzelfde gesteld als met de CEO’s van de banken. De bonus incasseren,
terwijl de bank dreigt om te vallen. Want het is toch knap om miljoenen te
“verdienen” en alle wedstrijden te verliezen. Maar goed, gelukkig dat wij
zeilen als hobby hebben. Vandaag vertrokken we met mooi weer, de zon scheen, maar helaas hadden we de ZW-4 wel tegen. Na het eerste kruisrak zwakte de wind
wat af en draaide naar Z-3 om vervolgens omstreeks twee uur geheel weg te
vallen, waardoor we motor hebben bijgezet. Bij het oversteken van een
shipping lane kwamen we nog een tanker tegen. Even later zagen we een zeer
donkergrijze lucht naderen en begonnen we het donkerbruine vermoeden te krijgen
dat dit wel eens slecht weer kon betekenen. En inderdaad even later begon het
fiks te plensen. De wind trok aan, zodat we weer even konden zeilen, maar al
gauw zwakte de wind weer af om daarna een kompleet rondje te draaien om onze
boot tot groot plezier van de voortdurende hoosbuien, die er gretig gebruik van
maakten. Deze tocht deed ons denken aan de oversteek van het kanaaleiland
Alderney naar Dartmouth in 2007, waar ook continue hoosbuien en daarbij ondersteund door een ZO-6/7 ons het leven zuur maakten. Inmiddels begon het ook
te onweren. Diverse donderslagen hoorden we om ons heen. De ene keer voor ons
en de andere keer weer achter of naast ons. Uiteindelijk kwamen we half
verzopen in onze Mustopakken om 17:00 uur in Odden aan, waar we afmeerden aan
de kade voor een Deense Najad en een Marineschip. Op het log hadden we ruim 57
Nm staan, terwijl de afstand Anholt naar Odden slechts 45 Nm bedraagt. Vanwege het
kruisen en de windstroom van ca. 1,5 knoop die we tegen hadden, hebben we 12 Nm
meer gevaren. We waren nog niet aangemeerd of de havenmeester kwam er al aan
met zijn auto om het havengeld te innen. Het maakt die Denen verder niet uit
wat je doet als je maar snel betaalt. Ook begon het opnieuw flink te waaien met
een stormachtige N-8. De gribfiles van vanochtend hadden een ZO-6 voorspeld,
maar de weerkaarten van 18:00 uur gaven deze noordelijke windkracht van 7/8 bft wel aan. De
barometer was in 12 uur tijd ook 10 punten gezakt. Het zeewater kwam soms met bakken over de kadepier en over onze arme Carina heen. We lagen te schudden aan onze landvasten. We waren gelukkig net op tijd
binnen. Vanavond maar even bijkomen van onze barre druipnatte tocht en een plan
maken voor morgen, dan zou het beter weer zijn.
Abonneren op:
Posts (Atom)